Ons leven wordt piekfijn uitgestippeld, we gebruiken daarvoor de meest efficiënte strategieën, we kennen de geschikte mensen en de beschikbare middelen.

 

We stippelen ons leven uit, met stippellijnen, en indien mogelijk zelfs met volle lijnen.

En zo doen we ons werk, thuis en buitenshuis.

En zo gaan we op vakantie en gaan we gezellig om met onze vrienden.

En zo bouwen we een huis en besteden we ons geld.

Elke stap die we zetten zou rendabel moeten zijn.

We verzekeren ons tegen alles wat kan mislopen, nemen voorzorgsmaatregelen en beveiligen ons tegen alles wat onze dromen en plannen kan dwarsbomen.

O wee, diegene die roet in het eten durft te gooien.

We hebben grootse plannen.
Dat is goed zo. We moeten onze verantwoordelijkheid dragen en ons leven in handen hebben.

Maar toch even dit:

Ik loop te gemakkelijk voorbij aan die mensen, die mij, ondanks mijn eigenzinnige plannen, toch graag zien. Het leven is meer dan een op mijn maat gesneden ding, waarin kinderen vanzelfsprekend opgroeien en alle dromen altijd worden gerealiseerd.

Want dat is echt niet altijd zo.

Alles wat onverwachts

– positief of negatief –

mijn leven binnenduikt

brengt kringen in mijn dromen.

Zoals een steen in de vijver.

Ik had zo’n mooie droom,

maar het mocht niet zijn.

Het is een andere droom geworden.

Hij heeft grootse plannen.
Hopelijk zijn ze compatibel met de jouwe.

Ik draag het leven niet.

Het leven draagt mij.
[door Hedwig van Peteghem]


 

 

 

{moscomment}