’t Zal goed zijn dat ‘t weer Kerstmis is,
zodat het kind in jou in alle onschuld
opnieuw het hoogste woord mag voeren,
je tevreden zal helen en vrede mag geven.
Dan pas wordt verkild leven opgewarmd.
’t Zal goed zijn dat ‘t weer Kerstmis is,
als nieuw leven niet alleen in een stal
maar in alle harten geboren mag worden,
bevrijd van de last van schuldbeladenheid.
Dan pas zullen we d’engelenkoren horen.
’t Zal goed zijn dat ‘t weer Kerstmis is,
dan wordt Hij voor de zoveelste maal
opnieuw geboren als ’t kleinste kind
dat komt redden al wat verloren lijkt.
God in zijn kleinste gestalte: tederheid.