vertel ik mijn verhaal over de tulpenbol.

Niets bijzonders, gewoon natuur-lijk, en dus vanzelf-sprekend.
Ik spreek er uitdrukkelijk over omdat we wel eens
durven vergeten dat we natuur-lijke mensen zijn,
onderhevig aan de processen van groei en verval.

Maanden vooraf, voor de winter begint, worden deze bollen geplant,
met de hoop en de droom dat ze in de lente onze tuin zullen sieren.

Leg een bol op de schouw of op de vensterbank en er komt niets van.
Om zich ten volle te ontplooien heeft hij een voedingrijke grond nodig,
en daarnaast ook warmte en licht …
Uit zichzelf kan hij deze elementen niet halen.
Hij zou direct uitgeput zijn en niet in bloei komen.
De energie komt van buiten af en daar zal hij het mee doen.
Een groot rond energieveld rond de bol :
de kleine ronding van de bol wordt omgeven
door een grotere cirkel … en zo deint het steeds weer uit.

Wij zitten als mens op dezelfde manier in elkaar : het voedsel,
de warmte, het water en het licht worden ons aangeboden.
We kunnen dit niet uit onszelf halen, we halen het altijd buiten onszelf.
Zo kan ons lichaam groeien en bloeien en weerstand opbouwen.

Innerlijk is dat ook zo, maar dat blijkt niet voor iedereen vanzelfsprekend.
"We zullen er zelf door moeten", zeggen we na een tegenslag.
"Ik zal zelf uit het dal moeten geraken", zegt iemand met veel verdriet.
Dat is zo … maar dank zij "geestelijk voedsel en warmte en licht en water".
Misschien staan we er op dit vlak vaak alleen voor,
en zoeken we troost en moed in allerlei alternatieven.
We lossen het liefst alles zelf op … tot we er uitgeput en depressief bij neervallen.
Maar ook innerlijk worden wij omgeven door energievelden.
Zoals een tulpenbol een grotere "bol" rond zich nodig heeft
om helemaal tulp te worden, zo hebben ook mensen
een grotere kring rond zich nodig om helemaal mens te worden.
Een kring van mensen die tijd en aandacht, warmte en geborgenheid biedt.
En ook hierrond vormt zich een grotere cirkel … ze deinen steeds verder uit.
Tot het on(be)grijpbare toe … een gemeenschap van engelen en heiligen.
Tot de allergrootste cirkel, die ik gemakkelijkheidhalve God noem.
Een ronder woord heb ik hiervoor tot nu toe nog niet gevonden.
Het verhaal van de tulpenbol is vooral een verhaal
voor gekwetste en treurende mensen
… opdat ze zouden weten en geloven
dat er voldoende energie beschikbaar is.
als ze zich maar laten omringen
door kringen van warmte … eindeloos groot,
en gratis ter uwer beschikking
om te genezen en te helen
om te groeien en te bloeien …
na de winter.
[door Hedwig van Peteghem]


{moscomment}